Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

De jaarrekening is opgesteld volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
 
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa vindt plaats tegen verkrijgingsprijs en passiva tegen nominale waarde tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.

Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling, die doorgaans is opgenomen in de september circulaire van het boekjaar.

Personeelslasten
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Door het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; hierbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie voor gepensioneerden en overlopende verlofaanspraken.

Stelselwijziging

Met ingang van 1 januari 2017 moeten alle investeringen geactiveerd worden. Dit wil zeggen dat ook van investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte de volledige boekwaarde bij oplevering op de balans wordt verantwoord en dat deze investeringen niet versneld mogen worden afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt nadrukkelijk alleen voor investeringen die vanaf 1 januari 2017 worden gedaan. Voor investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die zijn gedaan tot en met 2016 gelden de 'oude' regels zodat hierop desgewenst en voor zover passend binnen het BBV versneld kan worden afgeschreven.
De investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut tot en met 2016 en vanaf 1 januari 2017 worden daarom onder het betreffende balanshoofd afzonderlijk gepresenteerd.
Vanaf 2017 wordt jaarlijks circa € 10 mln. meer geactiveerd. De jaarlijks vrijvallende begrotingsruimte wordt toegevoegd aan de reserve transformatiefonds. De vrijvallende begrotingsruimte neemt jaarlijks af met het bedrag aan kapitaallasten die samenhangen met de investeringen.

Balans

Vaste activa

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn in de balans opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. Eventueel van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag.

Materiële vaste activa

Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht

Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.Onder grondbezit met economisch nut vallen ook de gronden die nog niet kwalificeren als bouwgrond in exploitatie (BIE).

De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen de waarde die bij de eerste uitgifte als basis
voor de canonberekening in aanmerking is genomen. De in erfpacht uitgegeven gronden waarvan de
erfpacht voor eeuwig is afgekocht, zijn tegen registratiewaarde opgenomen.

Een beknopt overzicht van de afschrijvingstermijnen voor de verschillende soorten activa is in onderstaande tabel weergegeven. Voor de volledige beleidslijn (waaronder de afschrijvingssystematiek) verwijzen wij naar de bijlage bij de Financiële Verordening 2016.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Soorten activa

Afschrijvingstermijnen in jaren

Gronden en terreinen

n.v.t.

Grond-, weg en waterbouw

Diverse:

  • Riolen 40
  • Kabels in de grond 15

Bedrijfsgebouwen

Divers:

  • Gebouw van steen 40 – 50 (restwaarde 0-30%)
  • Grote verbouwingen 20
  • Kleine verbouwingen 10

Vervoermiddelen

Divers:

  • Vrachtauto 8
  • Personenauto, bestelauto 7

Machines, apparaten en installaties

  • Installatie t.b.v. gas en elektra 20
  • Waterzuivering 40

Overige materiële vaste activa

Diverse

Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
Wanneer investeringen worden gedaan voor riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. De grondslagen voor waardering wijken niet af van de reguliere investeringen met economisch nut.

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Overeenkomstig de door de gemeenteraad vastgestelde financiële verordening worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven conform de in de financiële verordening gestelde afschrijvingstermijnen. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en hierop wordt dus ook afgeschreven).

De verplichting om alle investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut te activeren volgens de nieuwe methode geldt alleen voor investeringen die vanaf 1 januari 2017 worden gedaan. Voor investeringen tot en met 2016 blijven de oude regels gelden zodat hierop desgewenst en voor zover passend binnen het BBV versneld kan worden afgeschreven.
Aangezien de nieuwe werkwijze niet met terugwerkende kracht wordt toegepast, heeft deze stelselwijziging geen effect op het vermogen en het resultaat.
In het verloopoverzicht worden de investeringen tot en met 2016 en vanaf 2017 daarom afzonderlijk gepresenteerd.

In erfpacht uitgegeven gronden
De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen de waarde die bij de eerste uitgifte als basis
voor de canonberekening in aanmerking is genomen. De in erfpacht uitgegeven gronden waarvan de
erfpacht voor eeuwig is afgekocht, zijn tegen registratiewaarde opgenomen.

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g, zijn opgenomen tegen nominale waarde. Indien noodzakelijk is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering plaats.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid e BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

Vlottende activa

Voorraden

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken).Tevens wordt een reëel deel van de rente-, de administratie en beheerskosten toegerekend.
Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

Bij winstneming wordt de percentage of completion methode gevolgd: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds naar rato van de voortgang van grondexploitaties winst genomen. De Commissie BBV heeft via de V&A rubriek van 5 december 2017 (2017.139) een nadere duiding van de 'Percentage of Completement' (POC) methode gegeven inzake tussentijdse winstname op grondexploitaties op basis van de voortgang van het project. 
De nieuwe berekening van de tussentijds te nemen winst gaat via de formule: (% realisatie kosten x % realisatie opbrengsten) x geraamde winst in €. Hierbij wordt rekening gehouden met eventuele onzekerheden in de bepaling van de geraamde winst. Deze onzekerheden kunnen op basis van kans x impact gekwantificeerd worden. Het is nu niet meer toegestaan winst te nemen tot maximaal het bedrag van de negatieve boekwaarde. Voor de gemeente Zaanstad heeft dit geresulteerd in aanpassing van de systematiek van winstneming. Dit heeft  geen financieel effect. Gemeente Zaanstad heeft twee lopende grondexploitaties  (namelijk Inverdan en Hoogtij) waarbij grondverkopen zijn gerealiseerd. Voor deze twee grondexploitaties is er geen winstsaldo geraamd. Hierdoor is voor het boekjaar 2017 en voorgaande jaren geen sprake van tussentijdse winstneming voor grondexploitaties.

Gereed product wordt gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich vooral voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.

Het saldo van de voorraden betreft hoofdzakelijk de complexen van het grondbedrijf. Een aantal complexen heeft een eigen programma, waar de voornaamste mutaties op worden toegelicht. Daarnaast wordt voor een nadere specificatie van de mutaties verwezen naar paragraaf 3.7 Grondbeleid.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt op statische wijze bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting of het voorzienbare verlies. Onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op de meerjarenramingen van het uit te voeren groot onderhoud aan de gemeentelijke kapitaalgoederen. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in het jaarverslag is het beleid nader toegelicht.
De vervanging van rioleringen wordt deels ten laste van de voorziening riolen bijdrage toekomstige vervangingsinvesteringen gebracht.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling om in de toelichting onder punt "15 Borg- en garantstellingen" een overzicht opgenomen van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar.